Een vereniging die honderd jaar oud is, moet wel over een rijk verleden beschikken.
Maar hoe is dit allemaal tot stand gekomen?
Niemand van ons was erbij, daarom namen we onze toevlucht tot geschriften en overleveringen. En in een stoffige, oude archiefkast vonden we dit:
Er waren eens - anno 1897 - een jongen en een meisje die zeer verliefd waren en dus besloten te trouwen. De bruiloftsstoet werd opgeluisterd door een fanfare die van Beverloo naar Coursel trok. Het ganse dorp stond verbaasd over de pracht van de muziek. Remi Vanhamel, Jan Mertens, meester Bernaerts en enkele anderen namen dan het initiatief: Coursel moest en zou een fanfare krijgen!
Op 1 augustus 1897 werd een stichtingsakte opgemaakt.
De muzikanten schaften hun eigen instrumenten aan, enkelen kenden muziek en de anderen werd het met veel moeite aangeleerd.
Om te repeteren maakte men gebruik van de zalen in het gemeentehuis en de lokale café's.
In 1926 was de vereniging uitgegroeid tot een volwassen bruisende maatschappij
Daarin zetelde een stevig bestuur van dorpspersonaliteiten die bovendien voldoende financiële draagkracht boden en grootse plannen koesterden.
Het bleek echter noodzakelijk de juridische statuten te verstevigen en daarom ging men over tot de oprichting van een "Samenwerkende Vereniging Onder Ons".
Aandeelhouders en vennoten zorgden voor een inbreng van het maatschappelijk kapitaal, voor een definitie van de doelstellingen en de registratie en publicatie van de vereniging in het Belgisch staatsblad.
Twee jaar lang zouden muzikanten, bestuursleden en sympathisanten hun vrije tijd spenderen ten voordele van de vereniging.
Zij bouwden een zaal die geschikt moest zijn voor muziek zowel als voor toneelopvoeringen. Daarom werd er aan de voorkant van het podium een ovalen orkestbak voorzien zoals dat ook in grote schouwburgen uit die tijd gebruikelijk was.
Ook toen bestonden er "schalkse ruiters": de metselaars hebben menig helper het ganse dorp rond gestuurd op zoek naar een kromme koord voor die bijzondere ovalen orkestbak.
Tijdens de oorlog zijn veel archieven verloren geraakt en de zaal deed een tijdlang dienst als kazerne voor Duitse soldaten.
In het dorp waren meerdere fanfares.
Bovendien waren ze elkaars concurrenten, en wel in die mate dat ze bij een kermisuitstap al musicerend aan mekaar voorbij stapten.
Elke fanfare volgde hardnekkig de eigen partituur, wat een helse kakofonie tot gevolg had.
Na de tweede wereldoorlog werd de vereniging nieuw bloed ingepompt door een cultuurbeleid op twee sporen: toneel en muziek.
De statuten werden aangepast en twintig aandeelhouders konden aandelen kopen.
Ook de toneelgroep oogste een enorm succes met werken van mensen uit eigen streek, zoals daar waren: Gaston Martens en Jaak Bellings uit Hamont.
Opvoeringen als "Paus van Hagendonck", "Oud Heidelberg" en "De dochter van Roeland", waren culturele totaalevenementen.
Deze voorstellingen werden in open lucht gehouden met als decor het park en kasteel van dr. Vandergraesen en als rekwisieten levende paarden en echte auto's.We spreken dan nog niet over de voldoening van de deelnemers - vooral diegenen tussen de 20 en 35 jaar oud - om in die eerste bevrijdingsjaren toneel te spelen in gemengde groepen.
Maar vooral de operette "Het Witte Paard" was bekend tot mijlen in de omtrek en lokte in totaal 10.000 toeschouwers.
Ondertussen bouwde de jonge dirigent Gustaaf Baptist rustig zijn fanfare uit.
Via opleidingen, aparte lessen en veel oefenen groeide onder zijn leiding het muzikaal niveau.
Tijdens de viering van het 50-jarig bestaan in 1947 werd een nieuw vaandel ingehuldigd en schakelde men over naar een ander totaalevenement: De Zomerfeesten.
Gedurende een lange periode huurde men hiervoor het domein en het kasteel "Lust¬hof" voor de prijs van 1000fr/maand.
De Zomerfeesten waren twintig jaar lang een succesrijk gebeuren.
Er werden festivals georganiseerd, mede verzorgd door de bevriende verenigingen zoals de harmonie der Koolmijnen, de Neaniasclub van
Beverlo, St. Cecilia Beringen, Hoop in de Toekomst Paal, Heidegalm Berkenbos, de Verenigde Vrienden van Heusden enz.
Men hield er ballonwedstrijden en tombola's met grote prijzen: in '49 was dat een rijwiel / in 1970 was dat een auto!
Vijfduizend genummerde loten werden er gedrukt en men ondersteunde de verkoop ervan met een heuse autocaravaan in Stal-Koersel.
Openluchtbals met medewerking van de grootste orkesten brachten een massa volk op de been.
De groeiende ster Will Tura stond jarenlang op de affiche.
En vijftien jaar lang speelde er het legendarisch orkest "Drum Express" o.l.v. Cyriel Plees.
Voorts waren er attracties zoals bokswedstrijden, turnen en ritmisch dansen, zelfs een danstent “het spiegelpaleis “ werd ingeschakeld. Als apotheose was er een vuurwerk boven Koersel.
Sinds de viering van het 50-jarig bestaan startte men ook de concertreizen.
In '47 ging het richting Antwerpen met een optreden op de Groenplaats.
De E313 bestond nog niet, maar blijkbaar maakte dat niet veel verschil.Men vertrok met zes autocars om half zes 's morgens en om 11 uur concerteerde men in Antwerpen.
Nadien heeft men bijna elke Europese cultuurstad of -streek bezocht, de lijst is te lang om op te noemen. Hoogtepunten waren zeker de Expo '58 en het concert in Berlijn samen met het gemengd Postzangkoor van Berlijn. De schouwburg was uitverkocht.
En natuurlijk, als men toch in Berlijn is...Men heeft er de stad bezocht overdag en 's nachts, indachtig de aloude wijsheid dat men het nuttige aan het aangename moet paren.
1963 werd eveneens een mijlpaal in de geschiedenis:
een nieuwe VZW werd opgericht.
De looptijd van de samenwerkende vereniging , opgericht in 1926, bedroeg 30 jaar en was reeds met enkele jaren overschreden.
De repetitiezaal verouderde snel. Nieuwe initiatieven waren nodig!
Met de nieuwe voorzitter A. Mertens op kop stelde de beheerraad volgende veeleisende doelstellingen:
- de verbouwing of de nieuwbouw van een zaal
- een comfortabele repetitie- en concertzaal die voldoet aan de stedebouwkundige voorschriften
- een toekomstgericht project met verwezenlijkingen op termijn
- voor wat de financiering betrof: aandeelhouders, vrijwilligerswerk en een lening met een budget over meerdere jaren.
En de geschiedenis herhaalt zich! Gedreven door enthousiasme, samenhorigheid, verdraagzaamheid, diplomatie en vriendschap startte de ganse vereniging op vrijwillige basis met het bouwen van de zaal. Enkel de materialen werden als kostprijs aangerekend.
De afbraak en de bouwwerken onder leiding van de architecten Henri Vanhees, Jos Witters en binnenhuisarchitect Raemakers duurden van 24 april '65 tot en met 16 mei '68.
De zaal werd voor het eerst in gebruik genomen door een bruidspaar. Het waren de kinderen van Jules Vandevoort en Albert Thijs, twee belangrijke vaklui en muzikanten.
Over deze bouwperiode zijn er honderden anekdotes te vertel¬len. Zoals die van Pastoor Vanhoudt die op een goede dag aan het stuur van zijn Saab door de Kerkstraat snorde en halt hield voor de bouwwerf. In zijn koffer lagen als cadeau: twee zakken cement. Bovendien had de pastoor het idee om te starten met een steen- en cementactie. Dat viel blijkbaar in goede aarde. Er werden steunkaarten gemaakt: 60 fr voor een zak cement, 20 fr voor twintig stenen en op die manier - zonder korting - tot bv. 500 fr voor 500 stenen.
Deze realisatie is dus duidelijk een onderneming geweest waarin de ganse dorpsgemeenschap en het voltallige gemeentebestuur betrokken werd.
Het resultaat is een unieke bouw realisatie .We kunnen dit ook staven met een citaat uit de mededelingen van de Limburgse muziekfederatie in februari 1997.
"Ook voor deze editie van het muziekkamp werd door het jeugd¬orkest niet alleen in de schouwburg van het Casino gerepe¬teerd. Op donderdag en zaterdag werd gebruik gemaakt van de unieke zaal van de Koninklijke fanfare Onder Ons te Koersel, waar het orkest zeer gastvrij werd ontvangen." - einde citaat
Namen noemen is haast een onmogelijke zaak maar aan alle medewerkers van toen en aan al diegenen die het tot op heden onderhielden: dank u en proficiat!
Misschien heeft u de indruk dat we enkel bouwers en feestvierders zijn, maar niets is minder waar. Dit zijn slechts randactiviteiten om de hoofddoelstelling mogelijk te maken, nl. het creëren van een cultureel kader om daarin te musiceren .
Enkele voorbeelden:
- opluistering van de gemeentelijke festiviteiten, de 11 november herdenking, 5x Beringen
- het opluisteren van processies, de inhaling van geestelijken (20 september '81 mr. pastoor?!)
- de inhuldigingen en vieringen in de lokale verenigingen, bij sportmanifestaties in de schuttersgilden en jeugdlokalen, op handelsforen, de St.Barbaravieringen, de Heidefeesten, de mazoutfeesten
- de muzikale festivals bij zusterverenigingen in en buiten het gewest, de solistenwedstrijden, drumbandtornooien, Hafabraconcerten enz. enz.
De laatste 15 jaren kunnen we typeren als jaren van vernieuwing en verjonging.
De levensnoodzakelijke inkomsten uit kienwedstrijden werden vervangen door de opbrengst van mosseldagen.
En ook hiervoor konden we rekenen op onze kokkin des huizes, Gabrielle.
Sedert '68 was ze steeds paraat voor datgene wat tussen de tanden moest komen. (denken we maar aan de ledenfeesten, de dag van de vrouw en de mosseldagen) .
En vermits we de beste kokkin hadden, hadden we ook het beste eten...
Via de jeugdfanfare en het jeugdensemble werd de instapdrempel voor de jongeren verlaagd. Regelmatig doken er nieuwe gezichten op, zowel in de vereniging als in het bestuur.
Een nieuwe generatie heeft nieuwe ideeën, een andere mentaliteit en de samenwerking verloopt dan niet altijd van een leien dakje.
Uitspraak van een oudere: "Maar enfin, dat is al jaren zo, waarom moet dat nu veranderen?"
Uitspraak van een jongere: "Maar enfin, het is toch niet omdat het vroeger zo was dat het zo moet blijven?"
Door de inspanningen van de jongeren zelf en van hun begeleiders zoals Frans, Erwin, René en Felicien groeide het muzikaal niveau - er zat toekomst in.
Met enkel de drie groepen van Onder Ons konden we een avond muzikaal vullen.
En ter gelegenheid van Kerstmis, was dat wat we deden.
Vanaf 1993 en eind 1994 zagen enkele traditionele steunpilaren (A. Mertens en G. Baptist) zich verplicht wegens ziekte hun activiteiten te verminderen.
Gelukkig waakte de ervaring (in de personen van Alfons, Marcel en Cyriel) over de gang van zaken.
De huidige werking is het resultaat van een beleidsnota van einde '95 met als kernpunten:
- verruiming van het bestuur
- een programma met ruimte voor nieuwe uitdagingen en experimenten
- aanwakkeren van de jongerenwerking
- de samensmelting van de fanfare en het jeugdensemble
- een muziekkeuze die kwalitatief, ontspannend en aantrekkelijk is
- een cultureel-muzikaal ankerpunt zijn in Koersel
- samenwerking met lokale verenigingen, zustermaatschappijen en de muziekacademie
- een vereniging van en voor de leden gebaseerd op vrijwilligerswerk en respect voor ieders opvatting
Deze doelstellingen resulteerden in 1996 in:
- de aanstelling van Felicien Reynders ,ook als dirigent van de fanfare.
- nieuwe en jonge bestuursleden
- een spetterend turnfeest met drie uur lang 'live music' (waarvoor felicitaties van het nationaal Turnverbond België)
- diverse concerten en opluisteringen
- de samenstelling van de Drumband met 25 muzikanten en een fanfare met 65 muzikanten
Een bloeiend cultureel verenigingsleven is een zegen voor de gemeenschap.
Zoals blijkt bij Onder Ons is het brengen van muziek een hobby voor het leven, welke kan beoefend worden in een groep van vrienden.
De leeftijden schommelen in onze vereniging tussen de 12 en 74 jaar.
Voor de muzikant is het daarom verantwoord hierin te investeren door studie en oefening.
Voor de aanwezige beleidsmensen wensen we te beklemtonen dat de ondersteuning die zij geven aan onze vereninging een investering is met een lang termijns rendement.
En waarbij ze door hun bijdragen en faciliteringen aan zelfbedruipende verenigingen op een economische wijze samen hun cultuurbeleid kunnen realiseren.
Wij wensen daarom ook voor de toekomst deze samenwerking verder te zetten en nog verder uit te bouwen.
Midden '96 startte de werkgroep voor de viering van het 100 jarig bestaan onder voorzitterschap van Luc Vrijdaghs met de planning en organisatie voor het jubileumjaar 1997.
En vandaag zijn we dan zover, het startweekend van de 100 jaar viering met activiteiten gespreid over het ganse jaar.
Op de planning staan nog de feestmis, ontvangst door het stadsbestuur,een dorpsfeest tijdens het pinksterweekend,een buitenlandse reis en een galaconcert in oktober.Om een blijvende herinnering te behouden aan dit jaar treden we vanaf heden naar buiten met een nieuwe eeuwfeestdas en een nieuwe vlag.